“Er kwam geen einde aan, we bleven maar rollen. Vier, vijf, zes keer? Ik weet het niet.” Een zandheuveltje op ongeveer 5 kilometer van de finish van de zevende etappe lanceerde de Century met Tim en Tom Coronel aan boord. De auto landde uiteindelijk op drie wielen en miste een wiel en de helft van het bodywork, maar de inzittenden zijn in orde.
“De Dakar is de Dakar: onverbiddelijk”, constateerde Tim. “Het was een zandbultje van niks. We reden 160, 170 en werden gelanceerd.” De schade aan de auto was aanzienlijk. De diverse onderdelen lagen overal verspreid. De hele linker voorkant van de auto was afgebroken. Nadat ze de hele boel weer bij elkaar hadden gescharreld, de schade hadden opgenomen en van de eerste schrik waren bekomen, besloten ze kijken of en hoe ze de finish zouden bereiken. Ter plaatse repareren was onbegonnen werk, de finish niet ver weg. Op drie wielen lukte dat en bij de finish konden ze aanhaken bij de truck van Pascal de Baar, die hen naar het servicepark sleepte, 94 kilometer verderop.
Daar had het team al alles in gereedheid gebracht om de noodzakelijke reparaties uit te voeren. Er was meer werk dan in twee uur gedaan kon worden, maar de auto kon op vier wielen naar het marathonbivak. De broers kregen nog wel een fikse tijdstraf, maar het feit dat ze nog heelhuids in de wedstrijd zitten, was belangrijker.
“Op zich was het een mooie stage”, vond Tom. “Het ging ook goed, we reden een mooi tempo. Eigenlijk was alles vloeiend, tot we 5 kilometer voor de finish een beetje pech hadden. Niet te geloven. Echt, niet te geloven.”