texture

Eerste deel van Dakar-missie geslaagd voor Tim en Tom Coronel

RIYADH – Tim en Tom Coronel hebben zonder noemenswaardige problemen de rustdag van de Dakar Rally 2020 gehaald. De laatste proef voor de vrije dag – een razendsnel parcours van 477 kilometer naar Riyadh – was de Beast 3.0 op het lijf geschreven. Daarmee is het eerste deel van het avontuur in Saudi-Arabië geslaagd.

Het tweetal finishte de dag netjes in de top-30 en staat op de rustdag op de 23e positie in het algemeen klassement. Het verschil met de twee teams voor de tweeling bedraagt slechts zes minuten waardoor in de tweede week nog veel mogelijk is. Tim en Tom hielden zich in het eerste deel van de monsterrally keurig aan hun plan: rustig beginnen en de snelheid langzaam opvoeren. Vooralsnog pakt dat plan uitstekend uit.

.

“Een heel mooie, solide dag”, stelt Tom na de finish. “We hebben nul problemen gehad: de temperaturen bleven goed, de Beast gaf geen krimp. Ik heb niks raars gevoeld of gehoord dus dat geeft steeds meer vertrouwen. Het team heeft de kleine problemen van gisteren perfect opgelost dus complimenten aan hen.”

De route voerde de deelnemers wederom over een schitterend en onontgonnen terrein. De duinen maakten het menig rijder lastig maar de broers kwamen daar zonder problemen doorheen. “Het was een flinke rit maar we zijn weer mooi op tijd binnen”, aldus Tim. “We kregen een paar joekels van duinen voor de kiezen waarvan ik echt dacht: ‘Daar komen we nooit overheen’, maar ons kindje reed er zo omhoog. Het ging gewoon als vanzelf dus het was echt genieten.”

.

Tom beaamt dat: “Op een gegeven moment zit je in zo’n flow en dan gaat alles goed. Het ging beter dan ik had verwacht toen ik vanmorgen wakker werd. We mogen gewoon heel tevreden zijn met hoe het tot nu toe verlopen is. Maar we zijn pas op de helft, dat mogen we niet vergeten. Er is nog een lange weg te gaan. Op de rustdag zetten we de puntjes op de i en gaan we de Beast een goede opfrisbeurt geven zodat we met vertrouwen aan het tweede deel kunnen beginnen. Vooralsnog geen reden tot klagen.”